De Nederlandse Opstand
In de 16e eeuw zijn de Nederlandse provinciën in een heftige strijd verwikkeld met de Spaanse koning. In 1568 is de Nederlandse Opstand (ook bekend als Tachtigjarige Oorlog) een feit. Ook Slot Loevestein raakt bij deze vrijheidsstrijd betrokken. De Spanjaarden zien de strategische ligging van Loevestein en legeren er troepen. Maar op 7 december 1570 weet een klein groepje watergeuzen, onder leiding van Herman de Ruijter, met een list het Slot in te nemen.
Herman de Ruijter
Op een koude dag in december vraagt een klein groepje monniken aan de poort van Slot Loevestein om onderdak voor de nacht. Arnt de Jeude, heer van Hardinxvelt, is kastelein van Loevestein in naam van de koning van Spanje. De kastelein ontvangt het gezelschap gastvrij. Tijdens de maaltijd halen de monniken opeens wapens onder hun pijen vandaan. Het zijn geen monniken, maar geuzen! Hun leider Herman de Ruijter eist het Slot op in naam van de Prins van Oranje. Hij toont de verbaasde kastelein een lastbrief van Willem van Oranje. De Jeude weigert zich over te geven, wat hem en zijn mannelijk personeel het leven kost. De geuzen krijgen versterkingen, waarmee de totale bezetting op zo’n 21 geuzen komt. Ondertussen hebben de magistraten van Woudrichem en Gorinchem door dat er iets mis is op Loevestein en slaan alarm. Alva, bevelhebber van de Spaanse troepen, stuurt er 50 soldaten op af, onder bevel van kapitein Perea. De Spanjaarden zetten een ringmuur op en wagen een aanval. Al snel krijgen ze de voorburcht in handen. De Ruijter en zijn geuzen weten het slot zelf bezet te houden. Alva stuurt meer troepen en de aanval verhevigt. Kanonskogels slaan een bres in de muur. De Spanjaarden bestormen het slot en een gevecht van man tot man volgt. Nog diezelfde dag nemen de Spanjaarden het Slot in. Herman de Ruijter sneuvelt tijdens de strijd. Zijn hoofd wordt op een spies op de Grote Markt van Den Bosch tentoongesteld. Zijn lichaam hangt wekenlang bij Slot Loevestein om andere opstandelingen af te schrikken. De paar geuzen die de strijd overleven, wacht de galg of het rad.
Staatsgevangenis Loevestein
Toch is het geuzenverhaal dan nog niet afgelopen. In 1572 weten de geuzen Loevestein definitief in te nemen. Loevestein is voortaan in Staatse handen. Willem van Oranje laat Slot Loevestein versterken. Rondom het kasteel worden vestingwallen aangelegd. Daaromheen wordt een gracht gegraven. Binnen de vestingwallen wonen soldaten; aanvankelijk in houten barakken, later in stenen huisjes. Het kasteel staat kaal en leeg midden in de vesting. Het lijkt heel geschikt als gevangenis. Vrijwel alle kamers worden als cel gebruikt en de grote zaal op de tweede verdieping, die we nu nog ‘Staatsgevangenis’ noemen, wordt met houten scheidingswanden verdeeld. De gevangenen zijn geen criminelen, maar staatsgevangenen van de Republiek der Verenigde Nederlanden. In Loevestein zitten politiek en religieus andersdenkenden gevangen, evenals krijgsgevangenen. De bekendste gevangene is Hugo de Groot, die Loevestein beroemd maakt door zijn spectaculaire ontsnapping in een boekenkist.
Meer geschiedenis
Wil je meer weten over de geschiedenis van Loevestein? Lees over de Middeleeuwen toen het slot gebouwd werd, of over de periode na de Staatsgevangenis, toen Loevestein onderdeel werd van de Hollandse Waterlinie.